VERHAAL UIT DE PRAKTIJK: De plek van een kind binnen een gescheiden gezin

Cleo is 14 als ze bij mij komt. Een wijs meisje, met grote heldere bruine ogen. Die zowel levenslust als vermoeidheid uitstralen. Haar ouders zijn drie maanden geleden gescheiden. Daar wil ze over praten. Maar ook weer niet, want praten vindt ze lastig.

Op school gaat het wat minder. Ze is bang dat ze niet goed meekomt dit jaar. Zowel bij haar vader als moeder voelt ze zich niet helemaal thuis. Ze kan niet zo goed haar eigen plek vinden, terwijl ze wel haar eigen ruimte wil. Cleo zegt dat haar moeder veel met haar deelt. Over ruzies en gedoe met haar vader. Ze begrijpt wel wat haar moeder lastig vindt aan haar vader.

Oke, zeg ik, we gaan aan de slag. Om je heen zie je kussens in verschillende kleuren. Pak er maar een die voor je vader staat en leg hem hier maar ergens in de ruimte neer, op de grond. Daar waar jij denkt dat hij staat. En voel maar even of het klopt zo. Dat doe je ook voor je moeder. En tot slot voor jezelf.

Even later liggen er drie kussens op de vloer. Cleo heeft zichzelf tussen haar ouders gezet, precies in het midden. Helemaal volgens het boekje. Want dit doen vrijwel alle kinderen van gescheiden ouders die ik in mijn praktijk zie. Ik vraag haar om op het kussen te gaan staan dat ze voor zichzelf heeft neergelegd. Hoe is het voor jou om daar te staan? vraag ik. Ze is even stil en keert naar binnen. Niet zo fijn eigenlijk. Ik heb het gevoel dat ik een kant moet kiezen. Dat begrijp ik wel, zeg ik. Daarin ben je niet de enige. Ik vertel haar dat veel kinderen van gescheiden ouders zich zo voelen. En.., zegt ze, ik heb het gevoel dat ik mijn moeder moet steunen en beschermen, dat ik voor haar moet opkomen.

Stap maar van het kussen, zeg ik, en kom maar hier. Ik wijs haar een nieuwe plek aan waar ze mag gaan staan. Haar kussen leg ik erbij. Ze staat nu recht tegenover haar vader en moeder, precies in de vorm van een driehoek. Ik ga op de plek van haar vader staan en zeg: ‘Lieve Cleo, ik ben jouw vader, en jij bent mijn dochter. Ik ben de grote, en jij bent de kleine. Naast mij staat jouw moeder. Wat er tussen ons speelt, laat dat maar bij ons. Dat lossen wij samen op. Als we er niet uitkomen, dan doen we dat met hulp van vrienden, familie of een professional. Daarna ga ik op de plek van haar moeder staan en doe hetzelfde. ‘Lieve Cleo, ik ben jouw moeder, jij bent mijn dochter. Ik ben de grote, en jij bent de kleine. Naast mij staat jouw vader. Wat er tussen ons speelt, laat dat maar bij ons. Dat lossen wij samen op. Dat is niet aan jou, dat is aan ons.

Cleo schiet vol. Ik vraag hoe ze zich nu voelt. Ik voel me fijn en verdrietig tegelijk, zegt ze. Ik voel me lichter op deze plek. En ik wéét dat het zo zou moeten zijn. Toch is het niet zo. Dat begrijp ik, zeg ik. En toch is dít jouw plek. De plek waar je kind kan zijn. De plek waar je net stond is dat niet. Ze knikt.

Als afsluiting laat ik haar twee korte briefjes schrijven. Aan zowel haar vader als haar moeder. Over wat ze zowel fijn als lastig aan hen vindt, in relatie tot de scheiding. En wat haar wens is als het gaat om een positieve verandering. Tot slot tekent ze om haar opgeschreven wens nog een mooi rood hart.

De week erop spreek ik Cleo’s ouders voor een evaluatie. Ik laat hen zien welke plek Cleo inneemt binnen het gescheiden gezin. Beiden raken geëmotioneerd. Wat raakt jullie zo? vraag ik. Dit is niet wat we willen voor Cleo, geven ze allebei aan. Echt niet. Ze kijken elkaar in de ogen. Er lijkt een nieuw soort verbinding te ontstaan.

Met de ouders plan ik een nieuwe afspraak om te werken aan de communicatie binnen hun nieuwe onderlinge relatie. Wat hen zo triggert in elkaar, waardoor ze steeds in conflict raken. En naar welke impactvolle gebeurtenissen uit hun eigen persoonlijke verleden dit leidt. Hoe ze eigenlijk een spiegel voor elkaar zijn. Hoe ze hierin kunnen ontwikkelen, en hoe ze elkaar kunnen helpen. Met als doel een harmonieus ouderteam te vormen. In het belang van hun dochter, én van henzelf.

Cleo hoeft wat mij betreft voorlopig niet meer te komen, zeg ik tegen hen. Het is aan jullie om Cleo te helpen haar op haar kindplek te zetten en te houden. En haar te bevrijden van de veel te grote taak die ze op zich neemt. Want helpen kan ze jullie niet, dat kunnen alleen jullie zelf.